Wat is een duolegaat?

Bij een duolegaat krijgt een organisatie - meestal een goed doel - een legaat uit een testament, op voorwaarde dat het de successierechten van andere erfgenamen in de nalatenschap betaalt. Vooral voor erfgenamen in de derde lijn - neven, nichten maar ook mensen die niet verwant zijn aan de overledene - is de formule interessant.

De Vlaamse regering keurde op 17 maart een decreet goed om het fiscaal voordeel van het duolegaat vanaf 1 juli 2021 af te schaffen. Dit decreet zal ook toepasbaar zijn op oude testamenten van voor deze datum. In de plaats komt er een nultarief voor schenkingen aan vzw's. 

Successierechten voor fysieke personen

Algemeen geldt: hoe hoger de waarde van een nalatenschap, hoe hoger de successierechten. Daarnaast maakt de wet ook een onderscheid op basis van verwantschap: hoe verder de verwantschapsband tussen de overledene en de erfgenaam, hoe hoger de successierechten. 

Als er een verre of helemaal geen familieband bestaat tussen de overledene en de erfgenaam, kan het successierecht oplopen tot zelfs 80%. Vooral in deze gevallen kan een duolegaat een oplossing bieden. De minst belaste erfgenaam (het goede doel) betaalt voor de erfgenamen de successierechten. Organisaties kunnen immers erfenissen ontvangen aan een verminderd successietarief.

Dit tarief is bij artikel 59 van het Wetboek der Successierechten bepaald. Omdat het over een gewestelijke bevoegdheid gaat, is dit tarief van gewest tot gewest verschillend. Hierbij vind je een overzicht van de successietarieven in Wallonië en het Brussels Gewest 

Welke successierechten moet een goed doel betalen als het een legaat ontvangt?

  • Brussels Gewest:25% aan de private stichtingen; en erkende vzw of 7%  voor stichtingen van openbaar nut en vzw met fiscale erkenning Meer informatie 
  • Vlaams Gewest: Vanaf 1 juli 2021 zullen vzw's aan een tarief van 0% erven. Beroepsverenigingen en private stichtingen zullen echter niet van dit tarief genieten en het tarief is dan 8,5% . Meer informatie
  • Waals Gewest: 7 % voor alle stichtingen van openbaar nut, vzw’s, ivzw’s en private stichtingen